Vertaler in bedrijfscontext: Nederlands-Sloveens

In het zesde middelbaar dacht ik eerst aan eerder algemene studies zoals Rechten of Psychologie. De proeflessen leerden me echter dat die toch niet mijn ding waren. Omdat ik altijd sterk in talen ben geweest, werd mijn aandacht daarna getrokken door talen en culturen opleidingen. Zo ben ik toevallig bij Oost-Europese Talen en Culturen terecht gekomen. De proefles Geschiedenis van Rusland van prof. Detrez overtuigde om de sprong te wagen.

De opleiding Oost-Europese Talen en Culturen is klein waardoor iedereen elkaar kent en je goed weet waar je terecht kunt. Ik vond het fijn dat de opleiding veel extra activiteiten aanbood. Ook de mogelijkheid om veel talen te studeren vond ik goed. Uiteindelijk zou ik drie talen in mijn pakket opnemen: Russisch, Sloveens en Zweeds. De lessen Sloveens zijn mij het meest bijgebleven. Ik had het geluk dat ik van twee fantastische docenten (Pavel Ocepek en Ivana Petrič-Lasnik) les kon krijgen. Ze hebben mij de liefde voor de taal en het land bijgebracht. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat ik tijdens de derde bachelor naar Ljubljana trok. Een prachtige stad waar ik mijn talenkennis heb  bijgeschaafd en heel wat vrienden heb leren kennen. Terug in België miste ik het land enorm en nadat ik mijn Master had afgewerkt, trok ik in 2017 voor een jaar naar Slovenië om daar verschillende stages te doen.

De taal die je in een werksituatie gebruikt, is heel anders dan de taal die je op school leert. Ook per job zijn er grote verschillen. Daarom ben ik blij dat ik op drie verschillende plekken heb gewerkt.  Ik werkte twee maand in een hotel in Portorož aan de Sloveense kust. Ik leerde er dat de horeca niet helemaal mijn ding is, maar ik bouwde een goede band op met mijn collega’s en mag er ook nu nog steeds terugkeren. Daarna werkte ik bij het Centrum voor Sloveens als tweede taal in Ljubljana dat (zomer)cursussen Sloveens organiseert. Daar hielp ik vooral bij de administratieve ondersteuning en bij de organisatie van het seminarie van de Sloveense taal. Ik hielp er ook bij de begeleiding van de deelnemers en kreeg de kans om nog wat lessen en activiteiten mee te pikken. Voor mijn derde stage zou ik oorspronkelijk naar een tweede hotel trekken, maar dat zag ik niet meer zitten. In overleg met de stagebegeleiding in België kon ik uiteindelijk bij de Universitaire bibliotheek in Ljubljana terecht. Daar leerde ik elke week een andere afdeling kennen: van het archief over het onthaal naar de afdeling oude geschriften.

Na het einde van mijn stage in de bibliotheek hoorde ik dat er een vacature was voor een nieuw project. Ook al wilde ik graag in Slovenië blijven, heb ik uiteindelijk niet gesolliciteerd. Ik voelde me nog niet klaar voor een management functie. Dit was blijkbaar een goede inschatting, want mijn stagebegeleidster gaf aan dat ik bewees dat ik mezelf goed kende, een grote plus voor als ik later wel zou solliciteren.

Na mijn terugkeer heb ik een maand vakantie genomen voor ik mij op de Belgische arbeidsmarkt gooide. Jammer genoeg bleken de meeste functies waarin ik mijn talen kon gebruiken minder interessant voor mij: ik zag vooral veel jobs in sales of logistiek passeren. Uiteindelijk heb ik dan eerst voor een job zonder mijn talen gekozen, en ben ik op de dienst marketing bij Media Access gestart. Ik was er verantwoordelijk voor artikels op de website en de nieuwsbrief. Later kreeg ik ook wat facturatie op mijn bord. De job bleek uiteindelijk toch meer richting sales te gaan: ik moest steeds vaker klanten bellen en abonnementen verkopen, omdat dat belangrijker was voor het bedrijf. Ik heb er uiteindelijk een klein jaar graag gewerkt, maar in december 2018 greep ik de kans om te solliciteren voor een job waarbij ik mijn Sloveens weer kon gebruiken. In januari ben ik gestart bij Actonomy, een bedrijf dat HR-software maakt die kandidaten en jobs aan elkaar linkt. De software werd onlangs aan het Sloveense equivalent van de VDAB verkocht en ik zet daarom alle specifieke termen om naar het Sloveens. Het is een leuke, maar veeleisende job omdat de taal die ik moet gebruiken zeer specifiek is. Ik heb er al veel bijgeleerd over vertaalstrategieën en woordenschat, maar ook over efficiëntie.

Als uitsmijter wil ik studenten aanraden om er vanaf het begin voluit voor te gaan: in het eerste jaar komt er veel op je af, maar als je goed werkt, zorg je voor een goede basis en dan volgt de rest vlotter dan je denkt. Probeer je taal zoveel mogelijk te gebruiken. Thuisblijven is dan ook geen optie: een taal kun je niet leren als je nooit in een land bent geweest waar die gesproken wordt. De oefening die je in het buitenland krijgt zal wonderen doen voor je zelfvertrouwen.