Buitenlandsemester Gorno-Altajsk 2017-2018

Hans-Peter Stockman

Een man wacht ons op aan de luchthaven, hij brengt ons naar ons appartement en onderweg vertelt hij over Siberië, over Gorno-Altajsk. Bij aankomst ga ik in gedachten na wat ik al heb gezien: een stad in een vallei tussen de bergen. In de lengte van de vallei liggen de twee hoofdwegen van de stad, de Kommoenistitsjeskij prospekt (Communistische laan) en de Sotsialistitsjeskij prospekt (Socialistische laan). Er zijn nauwelijks cafés, maar wel een overvloed aan parken. Natuurlijk is er ook een Park pobedy (Park van de overwinning). Op een groot plein staat, zoals in elke Russische stad, een enorm standbeeld van Lenin. Hij geniet nog steeds heel veel respect, al zag ik meer dan eens kinderen giechelen bij het zicht van duiven die hun behoefte deden op zijn hoofd.

Mijn appartement bevindt zich in een gebouw dat dateert uit de Sovjettijd, een vierkant blok dat eruit ziet als een bunker. De kamers zijn wanordelijk ingedeeld, de douche staat in de keuken en in elke slaapkamer hangt een wereldkaart. Het totaal oogt een beetje als het interieur bij je grootmoeder (qua behang en meubilering). Aan de ingang van het appartementenblok zit een oud vrouwtje door een klein raampje te kijken, de wachter van het gebouw. Ze gaat gekleed in slordige kleren en rond haar nek draagt ze een Orthodox kruis (we mogen niet later binnen dan twaalf uur ’s nachts, in theorie natuurlijk, knipoog).

Het orthodoxe christendom is de meest beoefende godsdienst, er zijn ook redelijk wat boeddhisten en enkele moslims. Verder zijn er nog vormen van heidens geloof en de Altaj bruist van legendes. Inwoners van Gorno-Altajsk doen niets liever dan ’s avonds aan het kampvuur legendes over elke mogelijke rivier of berg vertellen. Het zijn legendes waarin ze zelf stiekem nog vrij hard geloven, bijvoorbeeld over meren die ontstaan zijn uit de tranen van een rouwende weduwe van een boze geest die werd verslaan door Khan-Altaj (de lokale heidense god). Of de legende over de Katoen, de grootste rivier van de Altaj-Republiek. Katoen zou ooit een meisje geweest zijn dat zichzelf in een rivier veranderde opdat ze zo ongestoord bij haar geliefde zou kunnen zijn.

Later kom ik te weten dat enkel de mensen die in het stadcentrum wonen worden voorzien van centrale verwarming en dat dus iedereen buiten het centrum genoodzaakt is zelf te stoken met hout, olie of steenkool. Dit zorgt voor een enorme vervuiling, maar omdat Siberië één van de dunbevolkste gebieden op aarde is, maakt deze vervuiling geen noemenswaardig verschil op nationaal niveau. Je kan trouwens zelf niet kiezen wanneer de centrale verwarming aangaat, deze beslissing wordt door het stadsbestuur genomen. Als het enkele dagen na elkaar koud genoeg is, gaat de verwarming aan. En ze blijft dan dag en nacht draaien.

Gorno-Altajsk is de hoofdstad van de Altaj-Republiek, een autonome deelrepubliek in Rusland die net boven de splitsing Rusland, Kazachstan, China en Mongolië ligt. De republiek telt zo’n 200 000 inwoners en is ongeveer 3 keer groter dan België. Van de 200 000 inwoners wonen er ongeveer 60 000 in Gorno-Altajsk waardoor Gorno-Altajsk de enige echte stad is.

Doorheen de republiek loopt er één autostrade die Rusland verbindt met Mongolië en uiterst geschikt is voor roadtrips: je rijdt constant door bergen. Er is weinig verkeer en je kan overal langs de weg stoppen voor een sprookjesachtige picknick of uitgebreide wandeling. Net voor de grens met Mongolië (rond Kosj-Agatsj en Aktasj) kom je af en toe een extreem schraal dorp tegen met een paar honderd inwoners die wonen in huizen van golfplaten en wegzakkende muren. Voor zover ik weet is de gezondheidstoestand er wel in orde (er is altijd wel een winkel in de buurt en een ziekenhuis binnen de zes uur rijden).

Het landschap is heel vreemd, het voelt net alsof je op een andere planeet bent. Ook al oogt het heel kaal, het is prachtig. De vegetatie is gevarieerd: overal bergen met hier en daar een berk en dan wat verder een berkenbos dat zich zover het oog reikt uitstrekt. Een warme zon overdag wordt afgewisseld door bitter koude nachten ’s nachts. Het heeft iets van een woestijnklimaat. Buiten mijn verwachtingen kruisen we zelfs meerdere malen wilde kamelen. Kosj-Agatsj is namelijk dé geografische locatie die het verst verwijderd ligt van elke oceaan op aarde en kent daardoor nauwelijks regen. Het is het begin van de Mongoolse steppe. Onderweg komen we regelmatig wilde kuddes paarden, koeien, schapen en geiten tegen. Er leven ook wolven, sneeuwluipaarden, amoerpanters (met uitsterven bedreigd), bruine beren, verschillende soorten otters, kleine vogels, enorme roofvogels, …

Ik heb vaak getwijfeld aan de bestemming voor mijn Birak maar vanaf het moment dat ik in Gorno-Altajsk aankwam, wist ik dat dit de juiste keuze was! Deze buitenlandse ervaring heeft mij heel veel bijgeleerd, heeft als het ware mijn blik verbreed. Blootgesteld worden aan een andere levensstijl en cultuur hebben zeker invloed op wie je bent als persoon. Ik heb trouwens heel veel Russisch gesproken wat mijn niveau enorm heeft doen stijgen.