Trajectbegeleider Integratie en Inburgering

Ik denk dat ik voor het eerst in contact gekomen ben met de Russische taal tijdens een bezoek aan een Russisch circus in het eerste middelbaar. Dat bezoek moet een grote indruk hebben gemaakt, want sindsdien wist ik dat ik Russisch zou leren en heb ik eigenlijk ook nooit iets anders overwogen.

Voor mij was het dus evident om aan de opleiding Oost-Europese Talen en Culturen te beginnen. Ik koos voor de talencombinatie Russisch-Pools en een minor Scandinavistiek. Talen leren is mijn ding en ik heb er altijd veel energie in gestopt en uit gehaald. In Ba3 ging ik dan ook op Erasmus naar Krakau om mijn Pools naar een hoger niveau te brengen. Na mijn terugkeer naar België besliste ik om mijn studie verder te zetten in Duitsland: daar volgde ik de tweejarige master Oost-West studies in Regensburg (Dit is een opleiding waar Oost-Europa interdisciplinair en intercultureel wordt behandeld. Melanie koos voor een combinatie van politiek, geschiedenis, Oost- en West-Europese talen). Ondanks mijn goede talenkennis en de goede interdisciplinaire aanpak in de opleiding, zocht ik naar een master met minder focus op literatuur en geschiedenis en meer op actualiteit. Veel vakken leken mij te specialistisch, terwijl ik graag Oost-Europa en al haar facetten in brede context wou kunnen plaatsen. (nvdr.: in het huidige programma is er meer aandacht voor actualiteit.)

Na Ba3 had ik mijn talen vrij goed onder de knie. Het is fijn dat het taalonderwijs aandacht heeft voor een goede ontwikkeling alle vaardigheden, bv. aan de hand van taallabo. Zeker voor Russisch was dit het geval. Mijn buitenlandsemester heeft ook veel bijgedragen tot mijn kennis van de taal en de regio. Ik vond het dan ook jammer dat slechts vijf studenten van mijn jaar op Erasmus gingen, terwijl dit volgens mij essentieel is voor een betere kennis van je studiegebied. (nvdr.: er wordt nu veel meer op een buitenlandsemester aangestuurd; volgend jaar trekt 85% van de studenten in Ba3 naar het buitenland).

Ondanks de uitdagingen die ik net aanhaalde, zou ik wel opnieuw voor de opleiding OETC kiezen, al zou ik nu waarschijnlijk opteren voor een minor Politieke en Sociale Wetenschappen. De opleiding biedt een goede basis om in combinatie met een specialiserende master (of ManaMa) met kennis van zaken met, voor en over Oost-Europa te kunnen werken.

Welke richting ik uit wou met mijn passie voor Oost-Europa heb ik ontdekt door mijn vrijwilligerswerk bij  Amnesty International. Ik vond het verrijkend om met migranten samen te werken. Toen ik na mijn master even terug was in België heb ik daarom spontaan gesolliciteerd bij het Vlaamse agentschap voor Integratie en Inburgering. Het was meteen raak en ik kon snel aan de slag als trajectbegeleider bij de afdeling in Brussel.

Elke nieuwkomer in België heeft recht op een jaar begeleiding door een trajectbegeleider. Ik sta meestal in voor de begeleiding van Oost-Europese en Euraziatische groepen. Ze kunnen bij mij terecht met al hun vragen: dit loopt van praktische vragen over het aankopen van een treinabonnement tot advies over juridische procedures. Zeker in het begin kan deze begeleiding erg intensief zijn, wanneer de mensen nog lessen Nederlands en inburgeringscursussen volgen in hetzelfde gebouw. Naast de begeleiding houd ik ook een dossier bij per persoon en zit ik om de twee weken samen met de collega’s om pijnpunten te bespreken. Dat overlegmoment is ook handig om ervaringen uit te wisselen. Daarbovenop ben ik co-begeleider van onze voetbalploeg FC Bon, een ploeg van nieuwe Belgen, waarmee we deelnemen aan de Brussels Cup. Deze zomer werk ik ook mee aan een jongerenproject. Wij bieden jongeren van 16 tot 18 jaar een combinatie van sport, Nederlandse les en teambuildingsactiviteiten en ondertussen leren ze meer over België.

Als afsluiter wil ik de studenten aanraden om nog tijdens de studies van werk binnen een bepaalde sector te proeven. Zonder mijn vrijwilligerswerk bij Amnesty International was ik nooit in contact gekomen met migratieproblematiek en was ik nooit in mijn huidige job beland. Kortom, word vrijwilliger, zoek een studentenjob met een link met Oost-Europa, doe een stage tijdens of na je opleiding… Het zal ervoor zorgen dat je jezelf en je interesses beter leert kennen.